Rubrieken

 


In een oude enceclopedie van Nederlands Indië wordt over Pasoeroean als volgt geschreven:


Kaart Oost-Java (klik on the map)

Landbeschrijving PASOEROEAN:
Eén der Residenties van Oost-Java, sinds 1 januari 1901 bestaande uit de toenmalige residenties Pasoeroean en Probolingo (Ind.Stb. 1900 no. 334).
Zij wordt ten Noorden door de straat van Madoera en ten Zuiden door den Indischen Oceaan bespoeld, ten Oosten begrensd door het gewest Besoeki en ten Westen door de residenties Kedirie en Soerabaja. De Oostergrens gaat over den vulkaan Argapoera (3086 m), hoogsten top van het Jang-gebergte (zie aldaar), terwijl niet ver van de grens, maar binnen het gebied der residentie, de vulkaan Lamongan, hoogste top de G. Taroeb (1670 m) gelegen is.
De Westergrens loopt over het Ardjoeno-, het Kloet- en het Kawi-gebergte.
In het Zuiden vormen de Tambakan-, de Lengkosono-, de Peletot- en de Damparbaaien vier inhammen. Ten Zuid Westen van de Tambakanbaai is op geringen afstand van de kust het woeste eiland Sempoe gelegen, dat geen vaste bevolking heeft.
Het is het eenige eiland van dit gewest in den Indischen Oceaan.
In de straat van Madoera heeft het slechts 2 kleine eilanden, nl. (18 km ten Noord Oosten van den Hoek van Warangan) Karangkoko of Zwaantjes-droogte, waar een kustlicht is opgericht en ten Noord Noord oosten van de hoofdplaats Probolingo Poelo Ketapang, een koraaleiland, veelal Gili geheeten, dat sedert eenige jaren eene gevestigde bevolking, uit visschers bestaande, heeft.
De opervlakte van dit gewest bedraagt 8767 KM.; ultimo 1905 telde de bevolking ruim 2 miljoen zielen of 231 per KM2. het aantal Europeanen bedroeg 5.400, dat der Chineezen 13.200, dat der Arabieren ruim 1.900, terwijl er nog 85 andere Vreemde Oosterlingen woonden.
De residentie Pasoeroean beslaat het smalste gedeelte van Java; dit bevindt zich van de hoofdplaats Probolingo tot aan de Zuidkust en bedraagt slechts 60 km.

Afdeeling en regentschap PASOEROEAN:
der gelijknamige residentie, van welke zij één der vier Noorderlijke afdeelingen uitmaakte, groot 863 KM2 en begrensd ten Noorden door de zee; ten Oosten, ten Zuiden en ten Westen respectievelijk door de afdeelingen Probolingo, Malang en Bangil van dit gewest.
De afdeeling telt 2 controle-afdeelingen en 5 districten, met name: Pasoeroean met de districten Pasoeroean, Wangkal (hoofdplaats Kedjajan), Kebontjandi (hoofdplaats Gondang Wetan) en Grati (hoofdplaats Grati Toenon) en Tengger met het district Tengger (hoofdplaats Poespo).
Het aantal dessa's bedraagt 367, waarvan 8 particuliere en alle andere Gouvernements dessa's zijn. Langs de Noordkust strekt zich eene vlakte uit, welke niet anders is dan de flauw hellende voet van den Tengger, waarop de zee tot zekere diepte alluviaal zand en klei heeft afgezet.
In die formatie zijn talrijke vischvijvers aangelegd, welker peil onder hoogwaterstand ligt; de zee liep hier vroeger zeker verder landwaarts in.
De kust heeft Oostelijk een kaap, Tandjoeng Warangan en Westelijk een bocht, die van Pasoeroean.
De voornaamste der bergen dezer afdeeling is de Tengger, die in haar Zuidoosthoek ligt, en dan ook slechts ten deele tot haar behoort.
Aan den Noordelijken Tengger-voet grenst de Zuidvoet van den Grati-vulkaan, welks krater het meer Klindoengan bevat.
Benoorden den Grati-vulkaan ligt de Goenoeng Semongkrong, die stellig een eruptie-punt is, al valt er ook op den top geen krater waartenemen.
De Zuidgrens der afdeeling wordt gevormd door het zadel dat de Tengger naar het Westen toe, verbindt met den Ardjoeno; dit gebergte staat bekend als Goenoeng Toengangan, dan wel gebergte van Djaboeng of van Selampar.
De afdeeling is een paar badplaatsen rijk, die beide haar bestaan te danken hebben aan een krachtig te voorschijn tredende bron van zeer helder water; de meest bekende is het "blauwe water": Banjoe-biroe, (zie opdat woord); de andere badplaats ligt bewesten de vorige en draagt de naam Oembalan, in haar benedenloop k. Kepandjen en bij haar monding k. Redjasa geheeten; deze beide ontspringen op de Noorder Tengger-helling; de k. Welang, die op de Westelijke Tengger-helling ontspringt en als k. Kraton in zee vloeit.
De hoofdplaats der afdeeling is Pasoeroean (zie op dat woord).
Vermeldingswaardige plaatsen in de afdeeling zijn het dorp Melaten bij Ngoeling, een voormalige districtshoofdplaats, waar een bloeiende nijverheid bestaat, zijnde de vervaardiging van stroozakken; de controleurs-standplaats Poespo, in de buurt waarvan zich het landbouw-etablissement bevindt, hetwelk dient tot proefneming met Europeesche kolonisatie in de Oost; tevens bestaat hier een gelegenheid voor ambtenaren om te worden verpleegd.
Een dergelijke gelegenheid biedt Telaga-sarii, welk herstellingsoord in de onmiddelijke nabijheid ligt van Tosari, een om haar schoone en gezonde ligging en ook als hoofddorp der Tenggereezen (zie op dat woord) algemeen bekende desa.
De Mohammedaansche bevolking der afdeeling is van West naar Oost al minder javaansch en meer Madoereesch.
In de afdeeling liggen het particuliere land Kedawoeng met de suikerfabriek van dien naam: verder nog vier suikerfabrieken en 2 kinaondernemingen op gronden in erfpacht.
Eind 1915 had zij eene bevolking van 313.000 zielen, w.o. ruim 950 Europeanen, ruim 3200 Chineezen, 320 Arabieren en andere Vreemde Oosterlingen.

PASOEROEAN.
District met gelijknamige hoofdplaats van de controleafdeeling Pasoeroean, regentschap, afdeeling en residentie Pasoeroean, met vier onderdistricten en 106 desa's.
Eind 1905 had het eene bevolking van +- 88.500 zielen, waaronder +- 700 Europeanen, 2500 Chineezen, 200 Arabieren en 60 andere Vreemde Oosterlingen.

PASOEROEAN kotta.
(in het Hoog-Javaansch Pasedahan) en door de Javanen veelal Gembong genoemd, de hoofdplaats van het gewest, het regentschap, de afdeeling en het district van dien naam, ligt aan straat Madoera en heeft eene veilige reede.
Reeds in het begin der 16e eeuw bestond de stad: twee eeuwen later was zij de hoofdplaats van het rijk van Soerapati.
Voor een 30tal jaren nog de vierde in rang onder de handelssteden van Java, is zij sedert het in exploitatie komen van de Staatsspoorlijn Soerabaja - Malang, wat het vertier betreft, zeer achteruit gegaan.
een locomotief te Pasoeroean
Op het eind van 1882 bedroeg de bevolking 38.800 en op het eind van 1905 slechts 28.500 zielen, waaronder 670 Europeanen, 2.360 Chineezen, 200 Arabieren en 60 andere Vreemde Oosterlingen.
De kali Gembong, die door de stad loopt, is daar nauwelijks 20 m breed en alleen voor kleine prauwen bevaarbaar.
De drukte op de reede is zeer verminderd, maar nog steeds geven de afscheep van suiker en koffie, de visschersprauwen en andere vaartuigen, die handel drijven op Madoera, daaraan een zekere levendigheid. Op de reede komen de zeeschepen op 2 km afstand in 5 vademen water ten anker.
Voor den mond van de rivier ligt ene zandbank, die het vaarwater zeer versmalt.
Blijkens aangebrachte peilschalen neemt de aanslibbing op deze bank niet noemenswaardig toe; zij belet bij laag water intusschen zelfs het uit- en invaren van leege laadprauwen.
sekong Pasoeroean prauw
Herhaaldelijk is door ambtenaren en particulieren op dezen voor de scheepvaart zoo belemmerende
n toestand gewezen; doch tot dusver is hierin geen verbetering gebracht, terwijl toch jaarlijks +- 2 1/2 millioen pikoel suiker te Pasoeroean werden ingescheept.
De booten van de maatschappijen "Nederland" en "Rotterdamsche Loyd" doen Pasoeroean in normale tijden geregeld aan.
Pasoeroean is overeenkomstig den landaard der bevolking verdeeld in wijken.
Vroeger zag men in de hoofdstraat van de Europeesche wijk tal van fraaie heerenhuizen als villa's gebouwd; vele daarvan zijn thans vervallen; zij zijn door Chineezen opgekocht, die aan het onderhoud weinig kunnen besteden doordat de huurprijzen zoo belangrijk zijn gedaald.
De Chineesche wijk bestaat uit verscheidene straten met zeer fraaie huizen, waarvan vele, en wel de aanzienlijkste, volgens Europeesch model zijn gebouwd.
Om de Europeesche en Chineesche wijken liggen de kampongs der Javanen en Madoereezen, die tot aan het strand en de daaraan gelegen vischvijvers doorloopen.
Pasoeroean heeft een fraai residentiehuis, eene nette regentswoning, eene in 1857 vernieuwde Protestantse en eene in 1895 voltooide Roomsch-katholieke kerk, eene moskee, een fraai sociëteits- gebouw de Harmonie, dat getuigt van de vroegere welvaart ter plaatse,
de Harmonie
eene constructiewinkel, de "Bromo", met gemiddeld 200 inlandsche ambachtslieden, eene ijsfabriek en eene koffiepellerij.
Verder is er de onderneming Poeroet, die uit de ter hoofdplaats gelegen Poeroetbron drinkwater oppompt. Vroeger werd dit in groote ijzeren ketels per spoor naar Soerabaja vervoerd en aldaar verkocht; tegenwoordig heeft men daar echter een eigen drinkwaterleiding.
Vooral dient genoemd te worden het proefstation voor de suikercultuur met in 1904 opgerichte gebouwen en uitgestrekte proeftuinen.
De gasfabriek bestaat sedert jaren niet meer, ook al tengevolge der verminderde welvaart.
Intusschen is de welvaart der bevolking in de laatste jaren weder toenemende.
Wat het uiterlijk betreft, zijn vele vervallen Europeesche en Chineesche huizen afgebroken en daarvoor nieuwe gebouwd.

H
eerenstraat met links hotel Morbeck

De stad wordt thans electrisch verlicht.
De bestaande spoelleiding werd door den Gewestelijken Raad verbeterd en uitgebreid.
Bij Ind.Stb.1918 nr.320 is met ingang van 1 juli 1918 voor de hoofdplaats Pasoeroean een gemeenteraad ingesteld.
Het fortje, in 1845 gebouwd, is in 1892 afgebroken.
Eene stoomtram loopt van de hoofdplaats naar Waroeng-dawa en van daar naar Bekasi Oost en naar Sengon.
De grenzen der hoofdplaats zijn vastgesteld bij Ind.Stb.1887 nr.194.

Nog iets over Probolingo,
Later toen het rijk van Mataram tot bloei was gekomen, onderwierp de regent van Pasoeroean zich aan diens vorst, Soetawidjaja, ook genoemd Senapati (+- 1500).
Het regentschap Probolingo maakte in dien tijd een deel uit van het rijk van Balambangan, dat onder het opperbestuur van Kloenkoeng door Balineesche regenten werd bestuurd.
In 1685 had de opstandeling Soerapati zich te Pasoeroean genesteld en onderwierp zoowel Malang als Probolingo.
Hij regeerde daar tot 1706, maar werd in dat jaar door de Compagnie bij Bangil vreslagen; drie weken later stierf hij aan de in dat gevecht bekomen wonden.
In 1707 bouwde de Wilde drie schansen te Pasoeroean, terwijl eindelijk in 1743 de gehele Oosthoek bij een contract met Pakoe Boewana II aan de Compagnie werd afgestaan.
Wel bleven afstammelingen van Soerapati zich in Malang, Ngatang, Loemadjang en Balambangan nog tegen het gezag der Compagnie verzetten, doch ten slotte werd in 1760 het laatste verzet overwonnen en het gedeelte van Java ten Oosten van Tengger en Semeroe verdeeld, in West- en Oost-Balambangan.
Het regentschap Banger, ongeveer overeenkomende met het tegenwoordige regentschap Probolingo, behoorde tot West-Balambangan en werd omstreeks 1790 aan een Chinees verhuurd en onder Daendels aan dezen verkocht voor een miljoen rijksdaalders.
Onder Raffles (kortstondige Engelse bezetting) werd Probolingo teruggekocht en kwam het met Pasoeroean onder het Landdrostambt Oost-Java.
Na de teruggave der Oost indische bezittingen door de Engelschen in 1816 werd Pasoeroean een afzonderlijk gewest en werd Probolingo een afdeeling van Besoeki.
Bij Ind.Stb.1855,nr.7 werd het tot een afzonderlijk gewest verheven, hetgeen het gebleven is tot de vereeniging met de residentie Pasoeroean (Ind.Stb.1900, nr.334).
Bestuur:
Administratief is het gewest verdeeld in 6 afdeelingen: Pasoeroean, Bangil, Malang, Probolingo, Kraksaan en Loemadjang, waarvan de eerste drie tevens regentschappen vormen; het vierde regentschap van het gewest is Probolingo, dat de laatstgenoemde drie afdeelingen bevat; de regent ervan zetelt te Probolingo, terwijl te Kraksaan en Loemadjang zelfstandige patih's gevestigd zijn.
Verder zijn er in deze residentie 11 controleafdelingen, 30 districten en 2.206 Gouvernements- en 23 particuliere dessa's.

Redactie: info(at)rijskamp.com
Leeuwarden, 19 september 2003