Home Pasuruan

   

Genealogie 6 - 1


De levensgeschiedenis van Johannes Reinhardt Hubertus Eijsbroek


de machinistenschool rond 1900

De geboorte-aangifte van Johannes luidde als volgt:

Op heden den zesentwintigsten augustus achttien honderd zeventig, is voor mij ambtenaar van den burgerlijken stand van Rotterdam, in het huis der gemeente, verschenen Nicolaas Bosz van beroep Doctor en verloskundige oud zeven en veertig jaren, wonende Oppert 6-209 welke mij heeft verklaard dat op den vier en twintigsten dezer des namiddags ten halfzes ure; Groote Draaisteeg 1-96, is geboren een kind van het mannelijk geslacht, uit Johanna Jacoba van Kuijlenburgh van beroep zonder, wonende aldaar huisvrouw van Pieter Eijsbroek winkelier meerwonend aldaar, welk kind zal genoemd worden JOHANNES REINHARDT HUBERTUS (naar een goede vriend van zijn vader Johannes Reinhard Hubertus Hessing!) Genoemde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Martinus Brentimas van beroep klerk, oud zes en twintig jaren, wonende Wagenstraat 4-428 en van Casent Christiaan van der Schans van beroep klerk, oud zesentwintig jaren, wonende Oppert 6-114. En heb ik hiervan deze akte opgemaakt, welke na voorlezing enz. enz............           Later werd in de kantlijn als noot toegevoegd: Bij vonnis van de Arrondisements Rechtbank alhier gewezen den achttienden januari 1800 negenentachtig is bevolen in deze akte de geslachtsnaam der moeder te lezen: Van Cuijlenburgh.

Johannes groeide het eerst op met zijn oudere zuster Johanna Angenita. 
Zij gingen beiden ergens in Rotterdam naar school maar voordat het zover was kregen zij nog gezelschap van een tweede meisje in 1872 Jacoba Johanna. 
Deze drie Eijsbroekjes maakten dus tot 1880 de Rotterdamse wijken onveilig.


Uitzicht op de school vanuit het Noorden over de weinig veranderde omgeving

      In 1880 verhuisde Johannes met zijn ouders en 2 zusters naar Utrecht waar het gezin uitgebreid werd met nog een zusje (Maria Hendrika 1882). 
Toen Johannes 17 jaar oud was verliet hij Utrecht en werd op   26-8-1887 ingeschreven in de gemeente Hellevoetsluis om daar een machinistenopleiding te volgen bij de marine. 
Pas een jaartje later gaat hij een 10jarige verbintenis aan bij de Marine.
Waarschijnlijk is dat hij die voorgaande tijd nog geen vaste aanstelling had maar die pas kreeg nadat zijn opleiding met succes kon worden afgesloten en tegelijk ook een soort proefperiode?
Hij was dan ook niet gehuisvest op een wachtschip van de Marine maar op een wal-adres in Hellevoetsluis. 

   Johannes zijn In- en uitschrijving Hellevoetsluis

Met het ingaan van zijn 10jarig contract wordt hij dan geplaatst op het voor dat doel ingerichte voormalige wachtschip, nu uitgerancheerd en bestemd als logementschip voor de leerlingen der Marine, o.a. van de machinistenschool.

De 'Prins van Oranje' gedegradeerd tot logementschip

Het begin van een marinecarriere in de 19e eeuw betekende dat iemand volledig door de marine in huis werd genomen. 
Dienen bij de marine gold als iets absoluuts. 
Kost en inwoning werden verzorgd door de marine en even in het weekeinde naar huis werd niet toegestaan. 

 

Dit platte houten doosje met gegrafeerd koperen plaatje inhoudende meet en reken-hulpmiddelen is gedateerd op de verjaardag van Johannes.
Het is gelijkertijd ook de datum waarop zijn opleiding een aanvang nam.
De tekst luid: J.R.H. Eijsbroek Hellevoetsluis 24 augustus 1887.

Het was absoluut ook niet gebruikelijk dat iemand naast zijn plaatsing op een marinekazerne of -schip een eigen woonhuis bezat. 
Zeker voor jonge mensen (bijv. officieren in opleiding en matrozen) gold dat in sterke mate. 
Zij bezaten niet genoeg geld en waren doorgaans ongehuwd. 
Als je ziek werd, werd je verpleegd in een marinehospitaal.
Pas na je ontslag dook je weer op in de gemeentelijke burgerlijke stand
.

Zicht vanaf de "Veste" naar het Noorden waar nu langs de kade de plezierjachten liggen, lagen vroeger de oorlogsschepen van Michiel Adriaansz de Ruyter.
Achterkleindochter Marguerite Eijsbroek poseert, met op de achtergrond het vroegere (zware) scheeps- en havengeschut.

De opleiding en de 10-jarige contractperiode van Johannes viel precies in een tijd dat er veel discussie ontstond aangaande de overschakeling van stomende zeilschepen naar zeilende stoomschepen en uiteindelijk stoomschepen met masten zonder zeil.


Achterkleindochter Marguerite bij de (voormalige) school  'De Veste'

Een houten zeilschip is licht en kan (met gunstige wind) snel varen
Zonder wind is zo'n schip vrijwel weerloos en ook snel lek geschoten. 
Een ijzeren zeilschip is te zwaar om snel te kunnen varen
Het moet dus een schroefaandrijving hebben waardoor het zeilvermogen nog problematischer wordt. (een schroefinstallatie verstoord de stroomlijn onder water!)
Het voordeel van ijzer is ook nog eens een goede bescherming (bepantsering) tegen de steeds verder dragende krachtigere scheepskanonnen. 
Sentimenten speelden een grote rol bij de discussies in de toenmalige Kamer van de Nederlandse regering.

 

 

 

 

 

 

 

 


Twee foto's, onder en boven: leerling machinisten van de marine.
(collectie marinemuseum, Den Helder)

 

Prins van oranje in zijn volle glorie

Op 1-1-1890 wordt Eijsbroek vermeld als leerling machinist der tweede klasse